
37
Foto leerprogramma
De meetfunctie bepaalt welk gedeelte van het onderwerp gemeten wordt voor de
belichting.
1. Selecteer tijdens de OPNAME modus d.m.v. [8] en [2] de zesde optie
van boven in het controlepaneel (Meten).
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op
[SET] (instellen).
U kunt de volgende procedure volgen om het Autofocus meetgebied aan te passen
voor het opnemen van foto’s.
• Bij het opnemen van films is het Autofocus meetgebied altijd “U Puntmeten”.
1. Selecteer tijdens de OPNAME modus d.m.v. [8] en [2] de derde optie
van onderen in het controlepaneel (Automatische Scherpstelgebied).
Specificeren van de Meetfunctie (Meten)
Meervoudig
Multi-patroon meten verdeelt het beeld in secties en meet het
licht bij elke sectie voor een gebalanceerde belichtingsmeting.
Dit type meten voorziet u van foutvrije belichtingsinstellingen
voor een groot scala aan opname omstandigheden.
Centrum-
georiënteerd
Centrum-georiënteerd meten concentreert zich op het midden
van het scherpstelkader en meet het licht daar. Dit type meten is
het meest geschikt wanneer u enige mate van controle wilt
hebben over het contrast.
Puntmeten
Puntmeten verzamelt opnemingen van een bijzonder beperkt
gebied. Gebruik deze meetmethode wanneer u de belichting
ingesteld wilt hebben op de helderheid van een bepaald
onderwerp zonder te worden beïnvloed door omringende
omstandigheden.
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
Comentarios a estos manuales