
Gebruiken van de stappensequencer
D-53
■ Aan (Geluidsweergave)
Druk op de
4
1 - 16 toetsen van het nummer van de stap
die u wilt inschakelen.
Wanneer een stap ingeschakeld is, zullen de betreffende
4
1 - 16 toetsen branden en wordt NOTE getoond naast het
stapnummer.
■ Uit (Geen geluidsweergave)
Druk op de
4
1 - 16 toetsen van het nummer van de stap
die u wilt uitschakelen.
Wanneer een stap uitgeschakeld is, zullen de betreffende
4
1 - 16 toetsen niet branden en wordt OFF getoond naast het
stapnummer.
• Er is geen stap aan/uit instelling voor een controledeel.
1.
Houd
1
STEP SEQUENCER ingedrukt en druk
tegelijkertijd op de
4
1 - 16 toetsen die
corresponderen aan het stapnummer van de
eerste noot van de groep met een
verbindingsboogje.
2.
Houd vervolgens
1
STEP SEQUENCER
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
4
1- 16
toetsen die corresponderen aan het
stapnummer van de laatste noot van de groep
met een verbindingsboogje.
•
Hierdoor wordt de stap ingeschakeld die u specificeerde
als het begin van de groep met het verbindingsboogje.
Hierdoor worden tevens alle noten van de eerste stap
tot en met de laatste stap via boogjes verbonden.
•De
4
1 - 16 toetsen die corresponderen aan de
stapnummers die onderdeel uitmaken van de groep die
verbonden is met boogjes zullen alle gaan knipperen.
Laat
1
STEP SEQUENCER los en de toetsindicators
gaan uit. (Zelfs als de toetsindicators uitgaan, blijven de
noten in de groep door boogjes verbonden.)
• Houd om te controleren welke stappen met een boogje
verbonden zijn
1
STEP SEQUENCER ingedrukt en
druk op een van de
4
1 - 16 toetsen. Hierdoor gaan
de
4
1 - 16 toetsen knipperen van de stappen die
onderdeel uitmaken van de met boogjes verbonden
groep.
• Een controle onderdeel heeft geen instelling voor
verbindingsboogjes.
• Als de
1
STEP SEQUENCER toets niet brandt, druk
dan op
1
STEP SEQUENCER om het licht aan te
schakelen voordat u de onderstaande procedure start.
■ Schuifregelaar bewerkingen
Verander d.m.v.
5
1/9 - 8/16 de noot- en
gevoeligheidsinstellingen (nootonderdeel) van de noten van
stappen 1 - 16.
• Bij een controle onderdeel kunnen de schuifregelaars
gebruikt worden om het controle effect te veranderen. Zie
“Bewerken van een sequens - Gevorderd” op pagina D-56
voor details.
• Druk op
2
1-8/9-16 om de bewerking van de
schuifregelaars heen en weer te schakelen tussen de
stappen 1 - 8 en de stappen 9 - 16.
• De stapbewerking 1 - 8 wordt geselecteerd wanneer de
2
1-8/9-16 toetsen niet branden. De stapbewerking 9 - 16
wordt geselecteerd wanneer de
2
1-8/9-16 toetsen
branden.
In- en uitschakelen van een stap
Configureren van instellingen voor noten met
verbindingsboogjes
Eerste stapnummer
Veranderen van noot- en
gevoeligheidsinstellingen d.m.v. de
schuifregelaars
Laatste stapnummer
Stappen 1 - 8 of stappen 9 - 16 (Selecteerbaar)
Comentarios a estos manuales