Casio XJ-UT310WN Manual de usuario Pagina 57

  • Descarga
  • Añadir a mis manuales
  • Imprimir
  • Pagina
    / 101
  • Tabla de contenidos
  • MARCADORES
  • Valorado. / 5. Basado en revisión del cliente
Vista de pagina 56
57
Beeldinstelling 2 3
Overscan (CVD)
Stel de hoeveelheid overscan in voor een video-ingangssignaal binnen een bereik
van 0% t/m 5%*. De breedte van de rand rond het geprojecteerde beeld hangt af
van deze instelling. Een kleinere waarde resulteert in een bredere rand, zoals u
hieronder kunt zien.
Beeldinstelling 2 3
Menu terugstellen (RCVD)
Hiermee zet u alle items op het “Beeldinstelling 2” hoofdmenu terug op hun
fabrieksinstellingen voor de op dit moment gebruikte signaalbron.
Volume instelling 3
Volume
Zie “Regelen van het volumeniveau (VOLUME)” (bladzijde 47) voor meer informatie.
Volume instelling 3
Menu terugstellen
Zet de volume-instelling terug op de fabrieksinstelling voor de op dit moment
geprojecteerde signaalbron.
Scherminstellingen 3
Keystone correctie
Gebruik dit submenu om de verticale perspectivische vertekening van het
geprojecteerde beeld te corrigeren (keystone correctie).
Scherminstellingen 3
Hor.-Ver. verhouding
(RCVHD)
Selecteer een beeldverhouding voor het geprojecteerde beeld.
Zie “Veranderen van de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld (ASPECT)”
(bladzijde 49) voor meer informatie.
Scherminstellingen 3
Projectiemodus
Stel in of de projectie plaatsvindt op de voorkant van het scherm of op de
achterkant.
Voor*: Selecteer deze optie als u projecteert op de voorkant van het scherm.
Achter: Selecteer deze optie als u projecteert op de achterkant van het scherm.
Deze instelling spiegelt het geprojecteerde beeld horizontaal (links-rechts).
Scherminstellingen 3
Plafondbeugel
De projector kan aan het plafond worden gehangen.
Aan: Kies deze instelling wanneer de projector aan het plafond wordt gehangen.
Omdat hierbij de onderkant van de projector naar boven zal wijzen, wordt het
geprojecteerde beeld horizontaal en verticaal gespiegeld.
Uit*: Kies deze instelling wanneer de projector gewoon op een tafel of iets dergelijks
wordt gebruikt. Bij deze instelling wordt het beeld geprojecteerd onder de
vooronderstelling dat de bovenkant van de projector naar boven wijst.
Scherminstellingen 3
Startscherm
U kunt bepalen of er al dan niet een startscherm moet worden geprojecteerd
wanneer de projector aan wordt gezet en u kunt een beeldbestand kiezen om te
gebruiken als startscherm.
Logo: Projecteert een in de projector ingebouwd logo of een gebruikerslogo
(bladzijde 75) als startscherm.
Geen*: Schakelt het startscherm uit.
Scherminstellingen 3
Geen signaalscherm
Kies uit de volgende mogelijkheden voor het beeld dat geprojecteerd moet worden
wanneer de projector geen ingangssignaal ontvangt: “Blauw”* (blauw scherm),
“Zwart” (zwart scherm), “Logo” (eigen logo van de projector of gebruikerslogo,
bladzijde 75).
Scherminstellingen 3
Blanco scherm
Kies uit de volgende mogelijkheden voor het beeld dat geprojecteerd moet worden
wanneer er op de [BLANK] toets wordt gedrukt: “Blauw”* (blauw scherm), “Zwart”
(zwart scherm), “Logo” (eigen logo van de projector of gebruikerslogo, bladzijde 75).
Scherminstellingen 3
Digitale schermverschuiving
Zie “Digitale schermverschuiving” (bladzijde 61).
Scherminstellingen 3
Menu terugstellen
Hiermee zet u alle items op het “Scherminstellingen” hoofdmenu terug op hun
fabrieksinstellingen voor de op dit moment gebruikte signaalbron.
U moet dit menu-item
gebruiken:
Om dit te doen:
Weergave bij instelling op 5%
Weergave bij instelling op 0%
Vista de pagina 56
1 2 ... 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 ... 100 101

Comentarios a estos manuales

Sin comentarios