
Selecteren en Creëren van tonen
D-36
U kunt d.m.v. de negen schuifregelaars (
5
) de balans in
de volumes bijstellen van meerdere geluiden (zie hieronder)
die een toon vormen en meerdere bijstellingen maken bij
bepaalde DSP parameters.
Wanneer u een toon selecteert, gaat de toets (
1
) die aan de
categorie correspondeert, branden en aan de schuifregelaars
(
5
) en aan de drie toetsen (
2
) worden functies
toegewezen die corresponderen aan de tooncategorie.
• Tijdens de Optreden modus of de stappensequencermodus
kunt u d.m. de
1
toetsen (HEX LAYER, etc.) de tonen
bewerken met de schuifregelaars zonder naar een andere
modus te veranderen.
• Bijstellen met de schuifregelaars is niet mogelijk bij PCM
tonen.
• Voor nadere informatie aangaande schuifregelaarfuncties,
zie pagina D-49 voor de stappensequencermodus en
pagina D-67 voor de mixermodus.
Wanneer de
bm
HOLD toets gaat branden (door er op te
drukken), zal de op dat moment klinkende noot, arpeggio
(pagina D-40) of frase (pagina D-44) worden aangehouden.
• Door nogmaals te drukken op
bm
HOLD gaat de indicator
uit om aan te geven dat het aanhouden uitgeschakeld is.
U kunt d.m.v. de
br
TRANSPOSE en OCTAVE (–, +)
toetsen de toonhoogte van de toetsenbordnoten veranderen
in stappen van halve tonen of een octaaf.
• Zie pagina D-69 voor informatie aangaande fijnstemmen
van de toonhoogte in stappen van een hertz (Stemmen).
1.
Houd om de toonhoogte in stappen van een
halve toon te veranderen
br
TRANSPOSE
ingedrukt terwijl u op de
br
OCTAVE min (–) of
plus (+) toets drukt.
• Het instelbereik voor deze bewerking is een octaaf
omhoog en omlaag (–12 halve tonen tot +12 halve
tonen).
Gebruiken van schuifregelaars
Solo Synthesizer tonen: Volume instellingen van
vergrendeling (1) - (6)
(Amp >Volume, pagina D-27)
Hex laag tonen : Volume van lagen 1 - 6
(Volume, Pagina D-30)
Trekorgeltonen : Trek de hoeveelheid uit van de
negen trekstaven
(Ft16' - Ft1', pagina D-32)
1
2
5
Selecteren van
tooncategorie
Blok (1) - (6) volume
Laag 1 - 6 volume
Hoofdvolume
(pagina D-29)
PARAM A, PARAM B van huidig DSP type (pagina D-88)
Labels tonen de namen van instelbare parameters.
Trekstaaf voet
Functioneert tijdens trekorgel toonselectie*
* Tijdens de selectie van een niet-trekstaaf orgeltoon, is aan de
meest linkse klaviertoets de stappensequencer
toetsverschuivingsfunctie toegewezen (pagina D-51). De andere
twee toetsen zijn gedeactiveerd.
ROTARY SLOW/FAST : Schakelt de rotatiesnelheid heen en weer
tussen langzaam (SLOW, toets brandt
niet) en snel (FAST, toets brandt).
PERCUSSION SECOND : 2de overtoon percussie (2nd overtone
percussion) (pagina D-32)
PERCUSSION THIRD : 3de overtoon percussie (3rd overtone
percussion) (pagina D-32)
Gebruiken van de Aanhoudtoets
bm
Veranderen van de toonhoogte van noten in
stappen van een halve toon (Transponeren)
of Octaafstappen (Octaafverschuiving)
br
Gaat branden wanneer HOLD (aanhouden) aan is.
Comentarios a estos manuales