
D-19
Basisbediening
*1: Zie “Het veranderen van tonen en het configureren van
DSP effectinstellingen” op pagina D-19.
*2: Geheugengebied voor tonen die u gecreëerd heeft. Zie
“Synthesizerfunctie” op pagina D-43. De
gebruikerstoongebieden 700 tot en met 799 bevatten
aanvankelijk dezelfde data als de geavanceerde tonen 000
tot en met 099.
*3: Dit hangt af van de brontoon of de tooninstelling. Zie
“Synthesizerfunctie” op pagina D-43 voor meer
informatie.
*4: Gebied voor data die vanaf een computer werd gestuurd.
Zie “Internet Data Expansion System” op pagina
D-79 voor meer informatie. Voor informatie aangaande
golfvormen, zie “Creëren van een gebruikerstoon” op
pagina D-46.
*5: Dit hangt af van de toon. De status ervan kan worden
bekeken door naar de DSP toets te kijken. Zie “DSP toets”
op pagina D-27 voor meer informatie.
*6: Geheugengebied voor tonen die door gecreëerd worden.
Zie “Een trekstaaforgeltoon bewerken” op pagina D-22.
Gebruikers trefstaaforgeltoon gebieden bevatten
aanvankelijk twee setten met dezelfde data als de
trefstaaforgeltoon types 000 tot en met 049.
OPMERKING
• U kunt toonnummers die niet in de bovenstaande bereiken
(standaardtonen 620 tot en met 699 en 820 tot en met
899, en trekstaaf orgeltonen 050 tot en met 099) vallen
niet selecteren. U kunt bladeren en de ongebruikte
nummers overslaan wanneer u de [+] en [–] toetsen
gebruikt om door de toonnummers te bladeren. Wanneer
u bijvoorbeeld op [+] drukt terwijl 619 geselecteerd is,
springt het nummer door naar 700.
Instellen van een toon
1
Zoek de te gebruiken toon op in de toonlijst (de
afzonderlijke
Appendix
A) en maak een notitie van
het toonnummer.
2
Druk op de TONE toets.
3
Voer het drie-cijferige toonnummer in van de
bewuste toon m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Om “432 GM ACOUSTIC BASS” te
selecteren, voer 4, 3 en daarna 2 in.
Aco432 usBsG
OPMERKING
• Voer altijd alle drie cijfers in van het toonnummer inclusief
eventuele voorafgaande nullen.
• U kunt het aangegeven toonnummer tevens vergroten
met de [+] toets en verkleinen met de [–] toets.
• Wanneer één van de drumklanken geselecteerd is
(toonnummers 600 tot en met 619), dan wordt aan elke
klaviertoets een ander percussiegeluid toegewezen. Zie
de afzonderlijke
Appendix
B voor details.
Polyfonie
De term polyfonie refereert aan het maximal aantal noten dat
u op hetzelfde moment kunt spelen. De digitale piano heeft
32-noten polyfonie, hetgeen zowel de noten die u speelt
omvat als de ritmes en automatisch begeleidingspatronen die
door het keyboard worden gespeeld. Dit betekent dus dat
wanneer een ritme of een automatisch begeleidingspatroon
gespeeld wordt door deze digitale piano, het aantal noten
(de polyfonie dus) gereduceerd wordt dat open staat voor
spelen op het toetsenbord. Merk tevens op dat sommige van
de tonen slechts 10-noten polyfonie geven.
Het veranderen van tonen en het
configureren van DSP effectinstellingen
Deze digitale piano heeft slechts een enkele DSP klankbron.
Hierdoor kunnen bij tonen waarbij DSP ingesteld is voor
meerdere onderdelen bij het het maken van meerdere lagen
en splitsen van tonen (pagina’s D-63, 64) conflicten optreden.
Om conflicten te vermijden, wordt DSP toegewezen aan de
laatste toon waarbij DSP ingesteld is terwijl DSP voor alle
andere onderdelen uitgeschakeld (DSP lijn uit (OFF)) is.
DSP lijn is een parameter die regelt of het op dat moment
ingestelde DSP effect van toepassing is op een onderdeel.*
Elke toon heeft een DSP lijnparameter. Door het selecteren
van een toon wordt de DSP lijnparameter van die toon
uitgeoefend op alle onderdelen.
* De DSP lijnparameter is ingeschakeld (het DSP effect wordt
uitgeoefend) bij de 400 geavanceerde tonen die genummerd
zijn van 000 tot en met 399, en uitgeschakeld (het DSP effect
wordt niet uitgeoefend) bij de 200 voorkeuzetonen
genummerd van 400 tot en met 599. Voor informatie over
andere tonen, raadpleeg “Toontypes” op pagina D-18.
Comentarios a estos manuales